De wandelstok van de revolutionair - Getuigenis van een roerend leven

In de collectie van het museum kasteel Neuenburg bevindt zich een spannend relict uit een opwindend tijdperk en een belangrijke getuigenis van de geschiedenis van onze regio.

Het is een wandel- op loopstok voor de heer uit de periode omstreeks 1845. Zijn gesneden greep toont het hoofd van een beroemd figuur van het Nibelungenlied, namelijk Hagen von Tronje of echter de Germaanse god Odin, die op zoek naar wijsheid een oog opofferde, om visionaire talenten te verkrijgen.

Dit is echter geen normale wandelstok. Hij is afkomstig uit het bezit van de arts uit Bibra, de revolutionair en vrijmetselaar dr. med. Carl Oswald Stockmann (1809 - 1873). Hij werd in Neunheiligen (ambt Langensalza) in een pastoorsgezin geboren, had echter door zijn moeder, een geborene von Bose verwante relaties naar het gebied rond Merseburg.

In 1827 studeerde hij eerst de familietraditie volgend in Jena theologie, immatriculeerde echter snel daarna in Leipzig voor het vak geneeskunde, dat hij eerst onderbroken door de vrijwillige militaire dienst, in Magdeburg en Greifswald voortzette en begin 1836 voltooide. In het voorjaar van hetzelfde jaar keerde hij terug naar zijn vaderland Thüringen om in Bibra (pas vanaf 1925 Bad Bibra) een baan als arts voor de bevolking alhier en de talrijke kuuroord- en badgasten te beginnen. Vermoedelijk had hij daarbij een grote invloed op de ontwikkeling van het badgebeuren ter plaatse. Hij schijnt bovendien snel gevestigd te zijn geweest en had een goede reputatie, want hij verkeerde in veel vooraanstaande gezinnen, onder andere in die van de districtsraad von Münchhausen. Maar aangezien hij ook verantwoordelijk was voor de medische zorg van de armere bevolking, heeft deze activiteit hem waarschijnlijk al vroeg ontvankelijk gemaakt voor sociale kwesties en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij als agitator in de regio Unstrut-Finne tijdens de revolutie van 1848 een wellicht beslissende rol speelde.

 

In veel regio's in Duitsland en Europa zijn in deze periode spanningen op grond van sociale, politieke en economische problemen met geweld losgebarsten. Op het platteland werd de regio rond Eckartsberga versterkt beïnvloed door de politieke omwentelingen en revolutionaire ideeën, waarbij Stockmann een belangrijke rol speelde. Hij organiseerde in Bibra en in andere plaatsen volksvergaderingen, waarvan sommige door duizenden werden bijgewoond, richtte democratische en dus revolutionaire verenigingen op en was de leider van een gewapende burgerwacht. Daarvoor beschikte hij over 600 soldaten die allemaal bij democratische verenigingen hoorden en kon hij rekenen op 5.000 gewapende boeren.

De opstand faalde door het ingrijpen van de militairen. Stockmann werd vervolgens veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf die hij tot 1855 in Magdeburg en Weichselmünde uitzat. Daarna werd gratie verleend onder de voorwaarde van onmiddellijke emigratie. Hij koos Connecticut in Noord-Amerika als nieuwe woonplaats en werd daar als arts snel succesvol, zodat hij zelfs zijn familie in Duitsland financieel kon steunen. Bovendien werkte hij als vrijmetselaar (vermoedelijk was hij reeds in zijn tijd in Bibra lid van de loge in Weißenfels of Naumburg) en bevorderde de oprichting van een Duitse loge in New Haven, die hij meerdere jaren bestuurde.

Zijn geboorteland zou hij echter maar één enkele keer terugzien: Na de uitbraak van de Duits-Franse oorlog stelde hij zich in 1870 als arts ter beschikking van het Pruisische oorlogsministerie. In 1873 overleed Carl Oswald Stockmann als zeer gerespecteerde persoon in New Haven, Connecticut.

 

Aanbevelenswaardige literatuur over het thema:

Boblenz, Frank: Dr. med. Carl Oswald Stockmann (1809-1873) – biografische Skizze zu einem Demokraten von 1848 im preußischen Thüringen. In: Gerber, Stefan et al. (Hgg.): Zwischen Stadt, Staat und Nation. Bürgertum in Deutschland, Teil 2, Göttingen 2014, S. 451-473.