De Freyburger Aquamanile

Toen paus Urbanus II in Clermont in het jaar 1095 de Eerste Kruistocht inriep, was niet te overzien dat een verrijkende geestelijk-culturele transfer van de islamitische Oriënt naar het Avondland zou plaatsvinden. Naast verdere kennis rond geneeskunde en wiskunde kwamen er op deze wijze nieuwe impulsen voor de ambacht en het culturele leven naar Europa.

Tot deze innovatieve ideeën behoorden ook de handwasapparaten van figuratieve vorm, die reeds de Romeinse Oudheid kende en waarvan de verdere ontwikkeling van het Morgenland naar het Occident werd voltrokken. Het hedendaagse gangbare begrip aquamanile (uit het Latijn aqua = water en manus = hand) is reeds overgeleverd uit de middeleeuwen, maar wordt pas sinds de 19e eeuw uitsluitend voor de figuratieve schenkkan gebruikt. Oorspronkelijk hoorde hier een schaal bij, die het water opving. Tot nu toe is het de vakwereld echter niet gelukt een aquamanile aan een eveneens artistiek gevormde schaal toe te wijzen. Zoiets als een ‘servies’ was er nog niet.


Tot de zeldzame middeleeuwse afbeeldingen die de ritus van de handwassing met een figuratieve schenkkan tonen, hoort het psalter van Bonmont. Het in het midden van de 13e eeuw ontstane psalter toont Pilatus die zijn handen in onschuld wast. Daarbij wordt reeds duidelijk dat er aan het proces iets heiligs was verbonden. Het is aldus niet verwonderlijk dat aquamanilia in het kader van de eucharistie werden gebruikt als altaarvoorwerp. Maar ook op normaal gebied werden ze weldra aan de hoofse tafel gebruikt. De kennis over het handen wassen aan tafel is nauw verbonden met de opkomst van de tafelmanieren in de 12e eeuw.  Vanaf dit tijdstip was het schoonmaken van handen aan tafel een vaste gewoonte bij de afloop van een maaltijd en was daardoor van een bijzonder sociaal belang. Naast rituele of statusgerelateerde verbindingen diende het ook om een bepaalde hygiëne aan tafel te handhaven. Want op basis van de latere uitvinding van de vork en het nog latere introduceren van de tafelcultuur werd er voornamelijk met de vingers gegeten. De mogelijkheid om de vieze vingers na, voor of tijdens het eten met water te kunnen reinigen moet worden gezien als ware luxe. Vandaar dat het niet verrassend is dat het handen wassen met ‘vloeiend’ water was voorbehouden aan bepaalde maatschappelijke lagen.

Later kreeg ook de hogere burgerstand de neiging zich deze manier van leven van de adel toe te eigenen. In de loop van de middeleeuwen vond de aquamanile de toegang tot deze leefwereld. Met het opstijgen van nieuwe standen in de adel ontstonden er reeds na 1250 talrijke tafeltuchten, die onderwezen over goed gedrag aan tafel. Zij waren schijnbaar nodig geworden, om de ‘nieuwe rijken’ en de in de adelstand verheven personen manieren en passend gedrag te leren. Bovendien leggen zij tot heden een welsprekende getuigenis af van de tafelcultuur en tonen de bij het banket heersende hiërarchie op een nadrukkelijke manier. Zo was het onder andere geregeld in welke volgorde de deelnemers de handen mochten wassen en hoe de afloop daarvan moest worden uitgevoerd.

Op basis van het gebruik van de aquamanilia op sacraal en profaan gebied is het moeilijk de specifieke stukken te classificeren. De voornamelijk uit archeologische vondsten bekende en voor grotendeels enkel fragmentarisch behouden aquamanilia uit keramiek zijn hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit burgerlijke en adellijke huishoudens, waartegen die uit brons zowel in de liturgie, alsook aan de tafel van de adel werden gebruikt. De iconografische toewijzing, d.w.z. de bepaling van het motief, is slechts zelden te begrijpen, aangezien de alledaagse wereld van de middeleeuwse mensen ook door en door religieus is.

Een groot deel van de bronzen aquamanilia toont een leeuwenfiguur, die qua betekenis gevarieerd en niet ontcijferd is. De leeuw kan worden gezien als symbool voor Christus als ook voor de Antichrist, voor de evangelist Marcus en als een apotropaeisch symbool, maar ook als symbool van heerschappij of heraldiek symbool. Bij de keramische handwasapparaten zijn paarden en ruiters erg populair en bovendien wijzen deze naar de profane context.


De keramische aquamanilia waren met grote zekerheid bedoeld voor het profane gebruik. De vorm oriënteerde zich sterk aan bronzen vormen, zij vond echter snel een eigen vormentaal en een manier van presentatie. Aangezien dit consumptiegoederen zijn, zijn ze alleen archeologisch bij ons bekend, meestal in scherven. Er zijn ook twee keramische aquamanilia uit Midden-Duitsland, die nu worden bewaard door de culturele stichting Kulturstiftung Saksen-Anhalt. Een daarvan bevindt zich in het kunstmuseum Moritzburg Halle (Saale) en werd in de Schkeuditzer Paradiesgasse gevonden. Bij de aquamanile gaat het om een toernooiruiter met een lans te ros. De tweede schenkkan voor de handwassing werd in 1964 bij baggerwerkzaamheden in de Unstrut tussen Freyburg en Nißmitz ontdekt. Tegenwoordig behoort deze tot het collectiebestand van het museum kasteel Neuenburg en getuigt van de hoogmiddeleeuwse leefwereld in de permanente tentoonstelling ‘burcht en heerschappij’. Dit geeft een ridder met paard weer. De ligging in de Unstrut heeft talrijke sporen aan het stuk achtergelaten waardoor zijn toestand alleen nog kan worden beschreven als fragmentair. Zo is de ridder weliswaar nog nauwelijks te herkennen, het hoofdstel van het paard is daarentegen nog duidelijk zichtbaar. Het is aan de 13e eeuw toe te wijzen en toont nog resten van een glazuur. Misschien was het van een bewoner van de Neuenburg en kwam dit tot inzet aan de tafel van de landgraaf, voordat het aan de Unstrut werd verloren.  Er is echter geen precieze informatie over dit gevonden voorwerp bekend.


Vanaf de late 15e eeuw raakten de aquamanilia zienderogen uit de mode. Als redenen voor het abrupte verdwijnen kunnen o.a. de ‘herontdekking’ van kruik en schotel voor het handen wassen en ook de opkomst van de aan de muur bevestigde of in een buffet geïntegreerde schenkkannen worden gezien. Toch leverden vooral de middeleeuwse aquamanilia op grond van hun functie een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling en verfijning van de tafelmanieren. Tegelijkertijd waren zij een symbool van stand dat ertoe diende om zich van andere maatschappelijke lagen te verheffen en af te grenzen.